Deze paragraaf bevat onze verantwoording over de lokale heffingen in 2015.

Lokale heffingen bestaan uit belastingen en retributies. Het kwijtscheldingbeleid is beschreven in de paragraaf over de belastingen. Tevens wordt de oninbaarheid beschreven alsmede de belastingdruk.

Belastingen
Belastingen zijn gedwongen bijdragen van de burger aan de gemeente. De opbrengsten komen in de algemene middelen van de gemeente, waardoor ze voor een uiteenlopend aantal doelen kunnen worden ingezet. Een uitzondering hierop vormen de rioolheffingen en de afvalstoffenheffing. Dit zijn algemene belastingen, maar de opbrengsten mogen alleen ingezet worden om de kosten te dekken die de gemeente voor het rioolstelsel en het inzamelen van afvalstoffen maakt.

Een gemeente mag alleen de belastingen heffen die in de wet zijn opgenomen. In veel gevallen heeft de wetgever de bevoegdheid nader ingekaderd door de belastingplicht en de grondslagen en heffingsmaatstaven in de wettekst op te nemen. Voor zover de wetgever dat niet heeft gedaan, resteert er voor de gemeenten nog een (beperkte) vrijheid om dat zelf in te vullen.

Overzicht tarieven en opbrengsten 2015

Opbrengst

Onroerende-zaakbelastingen (*)(**)

80.029

88.702

88.870

  • Eigendom woningen

0,1091

  • Eigendom niet woningen

0,2994

  • Gebruik niet-woningen

0,2419

Rioolheffing (**)

37.126

37.126

38.666

  • Aansluitrecht

231,08

  • 0 – 50.000 m3

1,81

  • 50.001 – 100.000 m3

1,74

  • 100.001 – 150.000 m3

1,61

  • > 150.000 m3

1,47

Afvalstoffenheffing (**)

28.174

28.174

27.568

  • Eenpersoonshuishouden

202,92

  • Meerpersoonshuishouden

240,31

Hondenbelasting (**)

552

552

535

  • Per hond

71,76

  • Kennel

216,00

Toeristenbelasting

5%

1.566

1.591

1.618

  • Precariobelasting

Diverse

544

562

535

  • Parkeerbelastingen

Diverse

25.661

25.661

26.900

Totaal

173.652

182.368

184.692

Opbrengsten zijn in duizenden euro's.

(*) opbrengst onroerende-zaakbelastingen inclusief aandeel ondernemersfonds
(**) opbrengst ná kwijtschelding

Toelichting op de tarieven en opbrengsten:

Onroerende-zaakbelastingen
Alle eigenaren van woningen en alle eigenaren en gebruikers van niet-woningen betalen onroerende-zaakbelasting. De grondslag van de belasting is de waarde van een woning of niet-woning. Deze waarde wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. De aanslagen 2015 zijn naar de waardepeildatum 1 januari 2014 vastgesteld.

Toelichting op verschil actuele begroting en realisatie
Het resultaat op de onroerende-zaakbelastingen is 0,168 miljoen euro positief. De verklaring hiervoor is als volgt. Er is sprake van een hogere areaalontwikkeling dan begroot. Dit resulteert in een hogere opbrengst van 1,547 miljoen euro. Uit oude jaren is een nadeel ontstaan van 0,208 miljoen euro. Er is een verschil geconstateerd tussen de stand van de debiteuren tussen de BghU en Utrecht van 1,171 miljoen euro. Dit verschil is nadelig voor Utrecht en in de jaarrekening 2015 tot uitdrukking gebracht. Er is een onderzoek ingesteld naar het verschil.

Op basis van de ingeschatte areaalontwikkeling in de Voorjaarsnota had het aandeel ondernemersfonds op 6,137 miljoen moeten worden begroot, hetgeen 0,337 miljoen hoger is dan in de begroting 2015 is opgenomen. Doordat de hogere areaalontwikkeling voor een deel de niet-woningen betreft, valt de bijdrage aan het ondernemersfonds nog 0,230 miljoen hoger uit. De bijdrage aan het ondernemersfonds bedraagt daardoor 6,367 miljoen.

Algemene toelichting
Bij het berekenen van de tarieven onroerende-zaakbelastingen 2015 is uitgegaan van een verwachte waardeontwikkeling van woningen van -4,1% en voor niet-woningen van -5,4%. De werkelijke waardeontwikkeling bedroeg voor woningen -3,5% en voor niet-woningen -4,1%. Conform de voor 2015 ingezette beleidslijn is het verschil meegenomen bij de berekening van de tarieven 2016.

Eind 2014 is een pilot MijnWOZ uitgevoerd, waarbij belastingplichtigen in de wijken Lunetten en Hoograven al voor aanvang van het belastingtijdvak hun waarde en de onderliggende gegevens konden inzien en waar nodig correcties voorstellen. Bij brief van 3 juni 2015 is de commissie mens en samenleving door de gemeenteraad geïnformeerd over het verloop van de pilot. Eind 2015 is MijnWOZ uitgebreid naar de wijk Vleuterweide in Leidsche Rijn, ten behoeve van de waardebepaling 2016. In 2016 wordt MijnWOZ verder uitgerold over de stad. In 2017 kunnen alle woningeigenaren in de stad van deze applicatie gebruik maken

Afvalstoffenheffing
De gemeente heeft de wettelijke plicht om zorg te dragen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Het aantal eenpersoonshuishoudens dat een aanslag afvalstoffenheffing kreeg was 7.350 meer dan begroot. Het aantal meerpersoonshuishoudens dat een aanslag kreeg was 4.350 minder dan begroot. Niet alle belastingplichtigen kreeg een aanslag voor het gehele belastingjaar, omdat de belastingplicht later in het jaar aanvang of gedurende 2015 eindigde. Dit resulteerde in een lagere opbrengst dan begroot.

Rioolheffing
Alle eigenaren van een perceel dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel betalen een vast bedrag aan rioolheffing. Daarnaast betalen gebruikers die meer dan 250 m3 water afvoeren een gebruikersbelasting afhankelijk van de afgevoerde hoeveelheid water.
De opbrengst van de rioolheffing wordt gebruikt om invulling te geven aan de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken:

  • een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering, zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater)
  • het zodanig opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater), dat wateroverlast wordt voorkomen (zorgplicht hemelwater)
  • het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater)
  • het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Meer mensen dan begroot kregen een aanslag aansluitrecht. Daarnaast was het volume waterverbruik waarover de rioolheffing werd berekend hoger, waardoor ook het grootverbruik hoger uitviel dan begroot.

Hondenbelasting
De houder van een hond betaalt hondenbelasting. Het houden van blindengeleidehonden en andere honden met een specifieke functie is vrijgesteld van de belasting. De belasting geldt per hond. Kennels kunnen in aanmerking komen voor een apart kenneltarief, onafhankelijk van het aantal honden.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Er is voor een kleiner aantal honden een aanslag opgelegd dan begroot.

Algemene toelichting
Ook in 2015 is een controle op hondenbezit uitgevoerd in een deel van de stad.

Toeristenbelasting
Personen van buiten de stad die in Utrecht overnachten in een hotel, B&B of een andere betaalde gelegenheid betalen toeristenbelasting. De belasting is een vast percentage van de overnachtingsprijs en wordt door de logies biedende ondernemer ingehouden en aan de gemeente afgedragen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Het aantal hotelovernachtingen nam in 2015 toe, wat tot hogere inkomsten uit toeristenbelasting leidde.

Algemene toelichting
In 2015 is een eerste aanzet gegeven voor het belasten van overnachtingen via Airbnb. In 2016 gaan de gesprekken verder. Wij hopen op zo kort mogelijke termijn een overeenkomst met Airbnb te kunnen sluiten. Met ingang van september 2015 is het voor de ondernemers mogelijk om digitaal aangifte te doen.

Precariobelasting
Precariobelasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen op, onder of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Het gaat bijvoorbeeld om uithangborden en terrassen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Door een daling van het aantal te belasten objecten valt de opbrengst lager uit dan begroot.

Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen vormen een regulerende belasting. De belasting verbindt een prijs aan het parkeren in de stad op plaatsen waar de parkeerdruk hoog is. Op die manier wordt het parkeergedrag beïnvloed. Bewoners en bedrijven binnen het betaald parkeergebied kunnen in aanmerking komen voor een vergunning. Bezoekers van bewoners in het betaald parkeergebied kunnen tegen een gereduceerd tarief parkeren, als er bewonerskorting voor bezoek is gekocht. Voor deze korting geldt een maximum van 70 uur per kwartaal. Ook zijn er aparte vergunningen voor personen die om maatschappelijke redenen vaak parkeren in de stad, zoals mantelzorgers en kraamhulpen.

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
De opbrengsten uit kort parkeren op straat zijn 4,5 % hoger dan begroot in verband met de positieve economische ontwikkeling in 2015. De opbrengsten in verband met parkeervergunningen zijn 0,412 miljoen euro hoger dan begroot. Dit is een toename van 7.5% ten opzichte van de begroting, die mede komt door een vernieuwde werkwijze met betrekking tot de inname van parkeerplaatsen door containers en dergelijke. In 2015 zijn 1941 meer naheffingen gerealiseerd. Dit is een toename van 5%, die mede komt door een gerichtere inzet van handhaving naar de mate van betalingsbereidheid in een gebied.

Bedrijveninvesteringszone
Utrecht kende in de belastingjaren 2011 tot en met 2015 een Bedrijveninvesteringszone Woonboulevard op grond van de Experimentenwet BI-zones. Van de ondernemers in dat gebied werd een belasting geheven waarvan de opbrengst weer aan een door hen opgerichte vereniging werd gestort. De verordening BIZ is van rechtswege geëindigd omdat de experimentenwet een maximale looptijd van vijf jaar aan een BIZ stelt. Met ingang van 2016 zal in hetzelfde gebied opnieuw een BIZ-heffing plaatsvinden. Eind 2015 heeft daarvoor de besluitvorming plaatsgevonden (raadsbesluit 29 oktober 2015).

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Bij het aangaan van BIZ is begroot dat de heffing jaarlijks 0,150 miljoen zou opleveren. De tarieven op basis van waardeklassen staan voor vijf jaar vast en worden niet tussentijds aangepast. Doordat een aantal objecten een lagere waarde heeft gekregen, zijn deze in een lagere waardeklasse terecht gekomen, waardoor de bijdrage ook lager werd. Ook is er een aantal objecten waarvoor geen aanslag meer opgelegd kon worden. Voor 2015 is 0,124 miljoen opgehaald en aan de BIZ Woonboulevard doorgestort.

Kwijtschelding
Belastingplichtigen kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen. Kleine ondernemers kunnen ook kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Kwijtschelding is mogelijk voor de onroerende-zaakbelasting, de rioolheffing voor het eigenarengedeelte, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting voor ten hoogste twee honden.

De normen voor kwijtschelding worden landelijk vastgesteld. Gemeenten mogen zelf kiezen of ze de bijstandsnorm op 90% of 100% stellen. De gemeente Utrecht kiest voor 100% , waarmee de meest ruime kwijtscheldingsnorm wordt gehanteerd.

Het kwijtscheldingsbeleid is door de gemeenteraad op 13 december 2012 vastgesteld.

Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt er overgegaan tot automatische kwijtschelding. De belastingplichtige hoeft dan geen aanvraag voor kwijtschelding te doen.

Belasting

nominaal

actueel

realisatie

Ozb

11

11

12

Rioolheffing

7

7

15

Afvalstoffenheffing

2.954

2.954

3.346

Hondenbelasting

79

79

82

Totaal

3.051

3.051

3.455

De bedragen voor kwijtschelding: In duizenden euro’s

Toelichting op het verschil tussen de actuele begroting en realisatie
Het aantal belastingplichtigen dat kwijtschelding ontving voor de afvalstoffenheffing was circa 2.000 hoger dan begroot.

De hogere kwijtschelding rioolheffing ten opzichte van begroot past in een meerjarig beeld. De begroting zal hier voor komende jaren op aangepast moeten worden.

Oninbaar
Van oninbaarheid is sprake als een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is. In onderstaand schema zijn de daadwerkelijk geboekte oninbare vorderingen opgenomen. Prognoses oninbaar zijn hierin niet verwerkt.

Belasting

bedrag

% van opbrengst na kwijtschelding

Ozb

150

0,17

Rioolheffing

10

0,03

Afvalstoffenheffing

21

0,08

Hondenbelasting

1

0,19

Toeristenbelasting

0

0

Precariobelasting

0

0

Parkeerbelasting

2

0,01

Totaal

184

0,10

Belastingdruk
Bij de belastingdruk is uitgegaan van een woningwaarde van 0,215 miljoen euro, wat ongeveer overeenstemt met de gemiddelde woningwaarde in Utrecht in het belastingtijdvak 2015.

eigenaar

gebruiker

Ozb

234,56

234,56

Rioolheffing

231,08

231,08

Afvalstoffenheffing

202,92

240,31

202,92

240,92

Totaal

668,56

705,95

202,92

240,92

Eigenaren en gebruikers van niet woningen betalen onroerende-zaakbelastingen en rioolheffing.

Retributies
Het aanvragen van een paspoort of een rijbewijs of een vergunning om een dakkapel te bouwen en het sluiten van een huwelijk zijn voorbeelden van dienstverlening die aan individuele burgers wordt verleend. Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten die gemaakt worden met de dienstverlening verhalen op de burger die om de dienstverlening vraagt.

Retributies zijn leges, gelden of rechten. De legesverordening is de meest algemene verordening. Hieronder vallen onder meer de aanvragen voor paspoorten en rijbewijzen en het sluiten van een huwelijk. De leges voor de aanvraag van een omgevingsvergunning is ondergebracht in een aparte verordening. Met de brug- schut- en havengelden en de marktgelden vraagt de gemeente een vergoeding voor de kosten van het bedienen van de bruggen en schutten, het gebruik van de havens en het mogelijk maken van de markten in de stad. De rechten begraafplaatsen zien op de kosten die de gemeentelijke begraafplaatsen oproepen.

De gemeentewet vereist dat de begrote opbrengsten van de retributies de begrote kosten niet overstijgen. Deze opbrengstlimiet geldt per verordening als geheel. Dat houdt in dat binnen een verordening sommige tarieven meer dan 100% kostendekkend mogen zijn, terwijl andere minder dan 100% kostendekkend zijn. Dit wordt kruissubsidiëring genoemd.

Kostendekkendheid
In het schema hierna is zijn de kosten en opbrengsten weergegeven. Ook is de kostendekkendheid weergegeven. Voor de toepassing van artikel 229 Gemeentewet is alleen de kostendekkendheid op begrotingsbasis van belang.

Actuele begroting 2015

Realisatie 2015

Lasten

Baten

%

Lasten

Baten

%

Algemeen (geen programma)

Leges

1

1

100

1

1

100

Bewoners en bestuur

Leges:

  • Huwelijk en partnerschap

732

567

77,5

675

464

68,8

  • Basisregistratie personen

321

362

112,8

323

363

112,5

  • Reisdocumenten

5.012

4.120

82,2

5.060

4.222

83,4

  • Rijbewijzen

1.369

1.106

80,8

1.341

1.009

75,2

  • Overige PBZ

591

492

83,2

595

453

76,1

Bereikbaarheid

Leges

423

155

36,6

415

119

28,7

Beheer openbare ruimte

Leges:

  • Vergunningen openbare ruimte

845

841

99,6

909

893

98,3

  • Evenementen

683

387

56,7

704

355

50,4

Begraafplaatsrechten

1.090

967

88,7

1.076

891

82,8

Brug-, schut- en havengelden

1.167

483

41,39

1.172

557

47,5

Marktgelden

706

706

100

619

632

102,1

Veiligheid

Leges:

  • Bibob

3

3

91,7

0

0

0

  • Vergunning voetbalwedstrijd

19

14

75,9

20

15

73,4

  • Horeca, gokken, prostitutie

514

287

55,8

661

306

46,2

Wonen en monumenten

Leges:

  • Woonruimtezaken

535

353

66,0

414

352

85,0

  • Leges leegstandwet

0

0

0

0

31

0

  • Bestemmingsplannen

0

0

0

384

307

80

  • Archeologie

0

0

0

50

41

82

Leges omgevingsvergunning

11.515

11.220

97,4

11.892

12.236

102,9

Totaal

25.526

22.064

86,4

26.311

23.247

88,3

Toelichting op opbrengsten

Leges Bewoners en bestuur
Aantallen huwelijken, rijbewijzen en overige PBZ zijn lager dan begroot. Het aantal reisdocumenten, afschriften basisregistratie personen zijn hoger dan begroot. Als gevolg van hogere uitvoeringskosten (lastenstijging) is het kostendekkingspercentage voor alle legesproducten Bewoners en Bestuur samen gedaald van 82,8% naar 81,5%.

Leges Beheer openbare ruimte
Het gaat hier om vergunningen voor onder meer het leggen van kabels en leidingen, aanleg riolering, standplaatsen en inname openbare grond. Voor deze producten is de totale kostendekkendheid jaarlijks circa 100%. In 2015 is de vergunningverlening binnen dit kader gerealiseerd.

Leges evenementen
De kosten zijn gestegen door een hoger aandeel vanuit het programma Algemene Ondersteuning. Daarnaast zijn de gemiddelde kosten voor de afhandeling van meldingen (van straatfeesten) en vergunningaanvragen in 2015 licht gestegen, mede als gevolg van de actualiteit en toegenomen complexiteit.

Leges Wonen en monumenten
Woningbezitters die kampen met langdurige leegstand kunnen een vergunning aanvragen voor tijdelijke verhuur in het kader van de leegstandswet. Uitvoering door Stichting het 4e Huis. Daarom dat de lasten 0 zijn, maar er wel sprake is van een positieve opbrengst. Een kostendekkendheidspercentage kan hierdoor niet tot uitdrukking worden gebracht.

De leges woonruimtezaken betreft de onderdelen onttrekkingen, splitsingen en verklaringen bestemming en gebruik. De opbrengsten in 2015 zijn in lijn met de begroting. De kosten daarentegen vallen lager uit en worden in grote mate bepaald door de complexiteit van de aanvragen.

Voor 2015 waren er voor de omgevingsvergunning (WABO) twee megaplannen (met een gemiddelde opbrengst van 1 miljoen euro) geraamd. Uiteindelijk zijn er in 2015 drie megaplannen gerealiseerd, wat voor een hogere opbrengst heeft gezorgd.

Begraafplaatsrechten
Niet alle kosten die voor het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen worden gemaakt mogen op grond van wet- en regelging door begraafplaatsrechten worden verhaald. Het totaal van de inkomsten van de begraafrechten dekt 82,8% van de toerekenbare kosten. Het (landelijke) beeld laat ook een dalende trend zien in het aantal begravingen.

Brug-, schut- en havengelden
Bij de VJN 2010 is besloten om geen tarief te heffen voor brug en schutgelden. Alleen voor dienstverlening na 18.00 uur wordt een tarief geheven. Hierdoor valt een groot deel van de kosten buiten het tarief en zijn de havens maar voor 47,5% kostendekkend.