De gemeente Utrecht sluit het jaar 2015 af met een voordelig gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten van 37,485 miljoen euro. Een groot deel van dit per saldo voordelige resultaat is opgebouwd uit de voordelen op de onderdelen Stedelijke ontwikkeling en Algemene middelen. Ook op de programma's Bewoners en Bestuur, Bereikbaarheid en Maatschappelijke Ondersteuning is een positief resultaat behaald. Een nadeel werd behaald op het programma Werk en Inkomen. Beperkte nadelen zijn er op de programma's Duurzaamheid, Openbare Ruimte en Groen, Vastgoed en Algemene Ondersteuning. Bij het raadsvoorstel van deze jaarstukken doen wij voorstellen voor de inzet van dit resultaat (de zogenaamde bestedings- en dekkingsvoorstellen).
Resultaat 2015 | |
---|---|
Bewoners en Bestuur | 3.148 |
Stedelijke Ontwikkeling | 38.779 |
Duurzaamheid | -2.059 |
Bereikbaarheid | 2.261 |
Openbare Ruimte en Groen | -3.355 |
Werk en Inkomen | -11.678 |
Onderwijs | 1.453 |
Maatschappelijke Ondersteuning | 3.844 |
Jeugd | 1.569 |
Volksgezondheid | 622 |
Veiligheid | 1.267 |
Cultuur | -206 |
Sport | -414 |
Vastgoed | -6.275 |
Algemene Middelen | 15.413 |
Algemene Ondersteuning | -6.885 |
Totaal resultaat | 37.485 |
Bewoners en Bestuur
Het gerealiseerde totaalsaldo op de baten en de lasten van het programma Bewoners en Bestuur bedraagt
3,547 miljoen euro positief. Dit wordt vooral veroorzaakt door een terugbetaling aan de gemeente die voortkomt uit de liquidatie van Bestuur Regio Utrecht voor een bedrag van 2,022 miljoen euro.
Een ander positief resultaat is toe te schrijven aan Het Utrechts Archief (0,637 miljoen euro), met name vanwege een incidentele verrekening met het BTW-compensatiefonds van 0,545 miljoen euro over de exploitatiejaren 2010 - 2014 door Het Utrechts Archief .
Een voordeel van 0,400 miljoen euro bij Publiekszaken is ontstaan door het niet benutten van het budget voor een aan te schaffen planning- en roostertool naar aanleiding van een onbevredigend aanbestedingsresultaat: er was slechts één aanbieder, de structurele kosten zouden te hoog zijn en de prestaties ontoereikend. Voor dit bedrag wordt een bestedingsvoorstel gedaan bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen om de tool alsnog aan te kunnen schaffen.
Het resterende positieve resultaat van 0,488 miljoen euro is opgebouwd uit verschillende kleinere incidentele voordelen bij diverse organisatieonderdelen, zoals Raadsorganen en Publiekszaken.
Stedelijke Ontwikkeling
Leidsche Rijn
De actualisatie van de grondexploitatie Leidsche Rijn heeft geleid tot een verbetering van het resultaat met 5,3 miljoen euro. Dit bedrag is uit de voorziening vrijgevallen en zal toegevoegd worden aan de Algemene Bedrijfsreserve. In de Meerjaren Prognose Stedelijke Ontwikkeling zal deze verbetering toegelicht worden. In 2015 zijn een aantal projecten financieel afgesloten waardoor er een tekort is ontstaan van 1,876 miljoen euro. Dit bedrag was reeds voorzien in de grondexploitatie.
Stationsgebied
Het resultaat op het onderdeel Stationsgebied sluit op 0,6 miljoen euro positief. Dit is opgebouwd uit het resultaat op het project Stadskantoor en het geprognosticeerd resultaat op de grondexploitatie.
Bij deze verantwoording sluiten we de twee kredieten project Stadskantoor af met een positief resultaat van 4,1 miljoen euro. In het programmaresultaat Stationsgebied verantwoorden wij het resultaat op het incidenteel deel van het krediet stenen en middelen Stadskantoor van 3,3 miljoen euro positief (zie verder paragraaf Investeringen en onderhoud kapitaalgoederen 'Af te sluiten investeringsprojecten'). Het geprognosticeerde eindsaldo van de grondexploitatie is 2,7 miljoen euro negatief. Wij hebben de voorziening grondexploitatie opgehoogd met hetzelfde bedrag om dit tekort op te vangen. Voor een gedetailleerde toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar het Meerjarenprogramma Stedelijke Ontwikkeling 2016.
Binnenstedelijk
Het positieve resultaat op het onderdeel binnenstedelijk resultaat bedraagt 33,6 miljoen euro. Dit wordt vooral veroorzaakt door de positieve resultaten op de uitgiftes gemeentelijke eigendommen van 3,8 miljoen euro en op de conversies en bestemmingswijzigingen erfpachten van 18,5 miljoen euro. Op de binnenstedelijke grondexploitaties is een positief resultaat geboekt van 11,3 miljoen euro. Meer informatie is te vinden in het Meerjaren Perspectief Stedelijke Ontwikkeling (MPSO).
De subsidie-uitgaven Woningbouwproductie zijn 3,06 miljoen euro lager dan begroot. Het saldo tekort op de overige woonfondsen bedraagt 0,290 miljoen euro als gevolg van hogere rentelasten, subsidies en uitvoeringskosten.
Negatieve resultaten tot een bedrag van 1,4 miljoen euro zijn ontstaan op de dekking van de organisatiekosten.
Het negatieve resultaat op ‘monumentale en cultuurhistorische waarden’ bedraagt 1,08 miljoen euro. Dit wordt met name veroorzaakt door lasten bij museum Castellum Hoge Woerd voor 0,4 miljoen euro. Deze worden gedekt uit de bestemmingsreserve ‘Archeologisch museum Leidsche Rijn’. Daarnaast zijn er incidentele lasten als gevolg van het in 2014 ingezet verbetertraject ten aanzien van de Archeologische monumentenzorg. Deze ontwikkeling verhoogt de lasten met 0,3 miljoen euro.
VTH
Bij de voorjaarsnota 2015 zijn middelen beschikbaar gesteld voor 3,5 jaar voor aanpak van huisjesmelkers. De uitwerking zal vanaf 2016 plaatsvinden. Hierdoor vallen de lasten met 0,25 miljoen euro lager uit.
Duurzaamheid
Het resultaat van het programma Duurzaamheid bedraagt 2,059 miljoen euro nadelig. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in 2015 de lasten van het programma Utrechtse Energie hoger zijn dan begroot (0,878 miljoen euro) doordat er meer subsidies zijn verstrekt dan vooraf gedacht. Het saldo van de doelstelling Beheren van de bodem is lager is dan begroot (1,181 miljoen euro). Dit wordt veroorzaakt door lagere baten van 0,793 miljoen euro in verband met het vervallen van en het later ontvangen van bijdragen vanuit de voorovereenkomst van de biowas-installatie. Daarnaast zijn de lasten per saldo 0,388 miljoen euro hoger in verband met hogere lasten voor bodemsanering (0,88 miljoen euro), lagere lasten in verband met vertraging gebiedsplan en minder benodigde inzet op wettelijke taken (0,5 miljoen euro).
Bereikbaarheid
Het resultaat van het programma Bereikbaarheid bedraagt 2,432 miljoen euro voordelig. Dit bestaat uit per saldo een nadeel op de doelstelling 'fiets is het primaire vervoermiddel in de stad' (1,044 miljoen euro). Dit wordt met name veroorzaakt doordat voor een aantal projecten de werkzaamheden nog niet volledig zijn uitgevoerd, maar doorschuiven naar 2016 (14,276 miljoen euro). Daarom zijn de baten ook lager, de subsidies van derden worden om die reden ook pas in 2016 verwacht (3,1 miljoen euro). In verband met het berekende kasritme van de projecten is de onttrekking aan de reserve lager dan begroot (11 miljoen euro).
Daarnaast is er per saldo een nadeel op de doelstelling 'projecten en maatregelen openbaar vervoer' gerealiseerd (1,204 miljoen euro). Dit wordt met name veroorzaakt doordat een aantal projecten nog niet volledig in 2015 zijn uitgevoerd, het kasritme afwijkt en doordat de lasten voor de Uithoflijn lager zijn in verband met gunstige aanbesteding (6,7 miljoen euro). De baten zijn ook lager (13 miljoen euro), dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere subsidieontvangsten in dit jaar voor de projecten Uithoflijn (6,7 miljoen euro), HOV Leidsche Rijn (1,5 miljoen euro), HOV bestaande stad (3,1 miljoen euro) en Westtangent (2,4 miljoen euro).
Er is per saldo een voordeel op de doelstelling 'autogebruik' gerealiseerd (1,776 miljoen euro). Dit wordt veroorzaakt doordat de lasten lager zijn (14 miljoen euro). Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat het verloop van de uitgaven afwijkt van de berekende jaarlasten van de meerjarige projecten die nog niet zijn gestart, of nog niet volledig zijn afgerond in 2015 maar doorlopen in 2016. Het betreft hier autoprojecten en projecten schoon en duurzaam vervoer. De baten zijn ook 12,5 miljoen euro lager. Dit wordt met name veroorzaakt doordat we een aantal subsidies nog niet hebben ontvangen in 2015 of hebben verrekend met derden. Als laatste is per saldo een voordeel op de doelstelling 'parkeerfaciliteiten' gerealiseerd (2,905 miljoen euro). Dit wordt met name veroorzaakt door lagere lasten in verband met het nog niet volledig uitvoeren van digitaliseringsprojecten en hogere baten in verband met meer parkeeropbrengsten en het meer verstrekken van incidentele vergunningen en inneming openbare grond voor parkeerplaatsen.
Openbare Ruimte en Groen
Het resultaat van het programma Openbare Ruimte en Groen bedraagt 3,355 miljoen euro nadelig. Dit wordt veroorzaakt door per saldo een nadeel op de subdoelstelling 'de openbare ruimte is heel, veilig en functioneel' van 2,190 miljoen euro, voornamelijk veroorzaakt door de uitvoering van noodzakelijke maatregelen, naar aaqnleding van uitgevoerde technische inspecties, van de werkzaamheden voor stabilisatie damwanden Nieuwe Gracht ( 1,578 miljoen euro) en de asbestsanering van de Vechtoevers (0,817 miljoen euro). Daarnaast is er een nadeel van 1,502 miljoen euro op de doelstelling 'We richten het groen zo in dat het aantrekkelijk en bereikbaar wordt', grotendeels veroorzaakt door nog niet ontvangen projectbijdragen. Het resultaat op de doelstelling 'Het afval- en hemelwater wordt veilig en milieuvriendelijk afgevoerd en de waterkwaliteit is goed' bedraagt 1,700 miljoen euro voordelig, voornamelijk veroorzaakt door hogere opbrengsten uit de rioolheffing als gevolg van meer volume (betalers) en een lagere oninbaarheid van vorderingen dan bij de tariefopstelling 2015 rekening mee is gehouden. Het resultaat op de doelstelling 'Afval wordt op efficiënte wijze gescheiden ingezameld om de klant van dienst te zijn en om in te zetten als grondstof' bedraagt per saldo 0,740 miljoen euro nadelig, voornamelijk veroorzaakt door circa 2.000 meer kwijtscheldingen op de afvalstoffenheffing en een iets lager volume (betalers) afvalstoffenheffing dan in de tariefopstelling 2015 gehanteerd. Het resultaat op de subdoelstelling 'De buitenruimte is schoon en het groen is onderhouden' bedraagt 0,623 miljoen euro nadelig voornamelijk veroorzaakt door derving van reclameopbrengsten in de openbare ruimte.
Werk en Inkomen
Op het programma Werk en Inkomen is een resultaat gerealiseerd van 11,3 miljoen euro nadelig.
Belangrijkste oorzaak is het te kort op 'verstrekken bijstand' van 9,5 miljoen euro. Doordat de rijksuitkering ('Buig') veel lager is dan benodigd. In de Voorjaarsnota 2015 is het tekort op de bijstand voorzien: in het programma Algemene Middelen is hiervoor dekking opgenomen.
Daarnaast is voor 0,8 miljoen euro meer LEF subsidies verstrekt in het kader van nieuwe werkgelegenheid en 0,546 miljoen euro subsidie in het kader van kenniseconomie. Dekking voor deze uitgaven komt uit de reserve Lokaal Economisch Fonds en reserve Economische Agenda Utrecht. De subsidie aan het ondernemersfonds Utrecht is 0,567 miljoen euro hoger op basis van de gerealiseerde OZB opbrengsten. De subsidie is een opslag op de OZB aanslagen voor niet-woningen. De lasten zijn 0.406 miljoen euro lager wegens lager vastgestelde subsidies en onderbesteding projecten van Amendement 2012/A65
Op armoede is een positief resultaat van 0,5 miljoen euro (exclusief kostentoerekening) gerealiseerd. Dit geeft een vertekend beeld. Bij de Voorjaarsnota 2015 is besloten tot een neerwaartse bijstelling van de taakstelling op armoedebestrijding van 0,85 miljoen euro. Ten onrechte is deze bijstelling vanaf 2015 verwerkt in plaats van vanaf 2016. Zonder deze vergissing zou er een tekort zijn van 0,35 miljoen euro. Dit komt overeen met het geschetste beeld dat er een toename is van het beroep op armoederegelingen (woninginrichting als gevolg van toestroom statushouders en bewindvoering).
Tot slot is de kostentoerekening aan het programma Werk en inkomen 1,2 miljoen euro hoger dan begroot. Dit heeft te maken met de kosten van overplaatsbare medewerkers en voormalig personeel.
Onderwijs
Het positieve resultaat van het programma Onderwijs is 1,5(1,453) miljoen euro.
Dit resultaat komt uit zijn geheel uit de prestatiedoelstelling educatieve infrastructuur. De baten zijn 4,5 miljoen euro hoger dan begroot als gevolg van een niet begrote erfpachtcanon voor het project Gerrit Rietveld welke bestemd is voor de gerealiseerde nieuwbouw. Verder heeft vertraging in de uitvoering van het Huisvestingsprogramma 2015 voor een bedrag van 0,4 miljoen euro bijgedragen aan het positieve resultaat. Echter hier tegenover staat dat de lasten voor een bedrag van 3,4 miljoen hoger zijn dan begroot als gevolg van een niet begrote afboeking grond voor een bedrag van 2,0 miljoen euro project Gerrit Rietveld College(het gebouw en grond zijn in erfpacht uitgegeven aan Mitros en op basis van de regelgeving rondom erfpacht hebben wij de grond afgewaardeerd naar registerwaarde), een bedrag van 0,9 miljoen euro meer uitgegeven dan begroot voor de Huisvestingsprogramma's tot en met 2014 en een bedrag van 0,5 miljoen euro aan onderhoud en inkooptaakstelling exploitatie/beleid.
Het resultaat op de overige doelstellingen is per saldo 0. In dit saldo zijn verwerkt de hogere lasten als gevolg van de incidentele impuls aan het UCK (0,6 miljoen euro), uitbreiding van onderwijsfaciliteiten voor vluchtelingen (0,5 miljoen euro) en een saldo van verschillende overige posten (0,2 miljoen euro). Daarnaast zijn er lagere lasten door terugvordering van subsidies uit voorgaande jaren (0,7 miljoen euro) en minder aanvragen op de subsidieregeling Utrechtse Onderwijsimpuls voor kwaliteit en excellentie.
Maatschappelijke Ondersteuning
Het resultaat van het programma Maatschappelijke Ondersteuning bedraagt 4,573 miljoen euro voordelig.
Dit resultaat wordt met name veroorzaakt door de omvang van de eigen bijdragen voor Beschermd wonen die fors hoger bleken dan verwacht (4,9 miljoen euro) en de lagere uitgaven voor het verstrekken van Wmo voorzieningen (per saldo 2,5 miljoen euro). Daarnaast is in de uitvoering van de centrumtaak 0,3 miljoen euro minder uitgegeven. Tot slot is op aanpassingen van welzijnsaccommodaties (uitvoering sleutelplan) 0,2 miljoen euro minder uitgegeven.
Daar tegenover staan hogere uitgaven voor intensivering van het aanbod in spoor 1 en 2 (samen 1,0 miljoen euro) en uitgaven voor opvang en begeleiding van ongedocumenteerden (1,5 miljoen euro) en vergoeding van rijksmiddelen aan regiogemeenten (0,8 miljoen euro). Voor deze twee laatste posten zijn middelen toegevoegd bij de septembercirculaire die nog niet zijn doorvertaald naar het resultaat.
Jeugd
Het resultaat van het programma Jeugd bedraagt 0,719 miljoen euro voordelig. Dit resultaat bestaat uit een reservering voor verlaging van de rijksbijdrage uit de septembercirculaire (0,4 miljoen euro) en een lager dan begrote besteding op PGB's (0,3 miljoen euro).
Volksgezondheid
Het voordelige resultaat op het programma Volksgezondheid bedraagt 0,6 miljoen euro. Dit resultaat is in belangrijke mate, voor 0,4 miljoen euro, het gevolg van de zachte winter, waardoor er minder opvang voor daklozen nodig was en door tijdelijk terugbrengen van de openingstijden huiskamer aanloop project (HAP).
Veiligheid
Het voordelige resultaat op het programma Veiligheid bedraagt 1,3 miljoen euro.
De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) heeft het positieve jaarresultaat 2014 terugbetaald aan de deelnemende gemeenten. Voor de gemeente Utrecht betekent dit een meevaller van 0,7 miljoen euro. Ook de bijdrage 2015 aan de VRU is ruim 0,3 miljoen euro lager dan geraamd.
Op het (flexibel inzetbare) wijkveiligheidsbudget is een onderbesteding gerealiseerd van 0,2 miljoen euro.
In de Voorjaarsnota 2015 is 0,527 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de ontwikkeling van transparante en schone raamprostitutie aan het nieuwe Zandpad. Uit dit budget zijn kosten gedekt voor externe advisering, voor bijeenkomsten voor belanghebbenden en voor de inzet van extra (ambtelijke) capaciteit. Door het doorschuiven van werkzaamheden naar 2016 zijn de werkelijke kosten 0,1 miljoen euro lager dan begroot.
Cultuur
Het resultaat van het programma Cultuur over 2015 bedraagt 0,21 miljoen euro negatief.
Dit negatieve resultaat wordt veroorzaakt doordat er 0,15 miljoen euro aan frictiekosten zijn gerealiseerd die voortvloeien uit de reorganisatie in 2009 van het Muziekcentrum Vredenburg. Daarnaast zijn er 0,06 miljoen euro aan vergoedingen verstrekt aan het onderzoeks- en adviesteam TivoliVredenburg.
Sport
Het resultaat op het programma Sport bedraagt 0,414 miljoen euro negatief.
Dit resultaat wordt veroorzaakt door hogere lasten voor onderhoud van de zwembaden (0,5 miljoen euro, onder andere voor vervanging van roestvast stalen ophangingssystemen en meetregeltechniek van de installaties, renovatie van de toegang van de bufferkelders en glijtoren van zwembad De Kwakel en vervanging van delen van de tegelvloer in Fletiomare). Daarnaast zijn er hogere lasten dan begroot vanwege de organisatie van de Grand Départ:0,6 miljoen euro voorziene lasten die worden gedekt door een onttrekking aan de reserve en 0,4 miljoen euro aan onvoorziene uitgaven die hebben geleid tot het in januari gepresenteerde resultaat van het evenement. Overige afwijkingen op de verschillende producten tellen op tot 0,1 miljoen euro hogere lasten.
Op de binnen- en buitenaccommodaties zijn de lasten 1,2 miljoen euro lager vanwege vertraging in de aanbesteding en effectuering van raamcontracten.
Vastgoed
Het resultaat van het programma Vastgoed bedraagt 6,275 miljoen euro nadelig. Dit resultaat wordt onder andere veroorzaakt doordat de verkooptaakstelling (uitgifte panden) van programma Vastgoed 4,3 miljoen euro in het programma Stedelijke Ontwikkeling gerealiseerd wordt. De interne en externe huurbaten blijven achter (1,5 miljoen euro) door een combinatie van factoren: aanpassing huren aan de markt, lager indexering op de huurcontracten dan begroot en een deel leegstand.
Algemene Middelen
Onroerendezaakbelasting | 686 |
Precario-, toeristen- en hondenbelasting | -10 |
Gemeentefonds | 3.541 |
Langlopende geldleningen | 2.469 |
Dividenden | 856 |
Onvoorzien | 159 |
Overige stelposten | 9.720 |
Budgetstructuur Leidsche Rijn | -2.008 |
Programma's 2015 | 15.413 |
Voor een uitgebreide onderbouwing van het resultaat op algemene middelen wordt verwezen naar het programma Algemene Middelen en Onvoorzien in deel 1 Jaarverslag. Hierna volgt een beknopte toelichting.
Onroerende zaakbelasting
De opbrengst was met name als gevolg van areaalontwikkeling hoger dan begroot. Daarnaast was de bijdrage die de gemeente aan de BghU betaalde voor de uitvoering van de belasting lager dan begroot, zodat ook daar een voordeel op behaald werd.
Precario-, toeristen- en hondenbelasting
Deze belastingen worden in de paragraaf lokale heffingen nader toegelicht.
Uitkering gemeentefonds
De algemene uitkering uit het Gemeentefonds is 3,5 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. In dit voordeel zitten voor 5,5 miljoen euro aan middelen als gevolg van de taakmutaties. Daarnaast een nadeel op het acress van voorgaande jaren. De negatieve accresontwikkelingen worden deels gecompenseerd door volume-ontwikkelingen.
Langlopende geldleningen
De lasten waren 1,35 miljoen euro lager dan begroot, hoofdzakelijk als gevolg van minder financieringsbehoefte en lagere rentekosten. De baten zijn 1,12 miljoen euro hoger uitgekomen dan begroot, voornamelijk door niet begrote rente-ontvangsten op renteswaps en door negatieve rente (=baten) op kortlopende leningen.
Dividenden
De baten zijn per saldo 0,86 miljoen euro hoger uitgekomen dan begroot, hoofdzakelijk als gevolg van niet begrote ontvangen consessiegelden Vitens over voorgaande jaren.
Stelpost onvoorzien
Het budget voor onvoorziene algemene kosten van 0,159 miljoen euro is in 2015 niet aangewend.
Algemene stelposten
De lasten bedragen 9,7 miljoen euro minder dan begroot. Het voordelige verschil bestaat hoofdzakelijk uit een stelpost voor het inkomensdeel Wet Werk en Bijstand.
Stelpost budgetstructuur Leidsche Rijn
Doordat de opbouw van de stelpost tijdelijk achter blijft bij de aanwending ervan, is tot en met 2015 een nadelig verschil ontstaan van 2,008 miljoen euro. Het verschil wordt jaarlijks verrekend met de reserve budgetstructuur Leidsche Rijn.
Algemene Ondersteuning
Het programma Algemene Ondersteuning laat een nadelig totaalsaldo op de baten en de lasten zien van 6,589 miljoen euro. Dit negatieve resultaat wordt onder andere veroorzaakt door niet begrote kosten van het ICT Investeringsprogramma met een omvang van 1,5 miljoen euro. We stellen voor om dit bedrag te onttrekken aan de daarvoor bestemde reserve ICT Investeringen, waar in de voorgaande jaren overschotten in zijn gestort.
De salariskosten van medewerkers die vanwege de reorganisatie in de overhead overplaatsbaar zijn geworden bedragen 2 miljoen euro. Hiervoor is geen budget beschikbaar.
In de Voorjaarsnota 2014 zijn meerjarig middelen beschikbaar gesteld voor de Business Case Inkoopprofessionalisering. Het uitgavenpatroon loopt echter niet synchroon met de jaarschijven van de toegekende budgetten. Voor een bedrag van 0,8 miljoen euro is het budget pas volgend jaar beschikbaar. We stellen daarom voor om deze kosten door te schuiven naar 2016
De niet begrote kosten op het Europese subsidieprogramma Kansen voor West bedragen 0,5 miljoen euro. Hiervan wordt de helft gedekt door subsidie inkomsten. De resterende kosten voor cofinanciering kunnen onttrokken worden aan de desbetreffende bestemmingsreserve.
Het resterende nadeel van 1,8 miljoen euro is toe te schrijven aan het onderdeel advies en ondersteuning. Oorzaken zijn de kosten van de personele groei bij het Projectmanagement Bureau in het kader van de flexibilisering van 0,7 miljoen euro (gedeeltelijk gedekt door inkomsten), een nog niet ingevulde taakstelling op de bestuursadviseurs van 0,4 miljoen euro en extra personeelskosten in verband met langdurig zieken, hoge werkdruk en de grotere vraag naar ondersteuning bij gemeentebrede projecten van 0,5 miljoen euro. Het resterende negatieve resultaat van 0,2 miljoen euro is een saldo van incidentele voor- en nadelen.