Onderhandse leningen van binnenlandse banken en van overige binnenlandse sectoren.

Omschrijving

Boekwaarde
31-12-2014

Boekwaarde
31-12-2015

Onderhandse leningen van openbare lichamen

20.000

20.000

Onderhandse leningen bij binnenlandse banken

552.159

908.136

Onderhandse leningen bij overige binnenlandse sectoren

313.277

2.283

Totaal

885.436

930.419

Bedragen zijn in duizenden euro's.

De onderhandse leningen van openbare lichamen, van binnenlandse banken en van overige binnenlandse sectoren vormen samen de langlopende leningenportefeuille van de Gemeente Utrecht en beslaat ultimo 2015 een totaal bedrag van 930,4 miljoen euro. Hierover was een rentelast verschuldigd van 25,8 miljoen euro.

De langlopende leningenportefeuille bestaat uit enerzijds traditionele geldleningen en anderzijds uit renteswaps (derivaten). De feitelijke financiering onder de derivaten wordt opgenomen in de vorm van 3- en 6-maands leningen. Daarbij treedt geregeld een wisseling op in de categorie geldgevers. Dit verklaart waarom de verhouding tussen de twee in de tabel genoemde categorieën soms behoorlijk wijzigt.

Per saldo nam de schuld over 2015 met circa 45 miljoen euro toe. Er werd een nieuwe lening van 50 miljoen euro aangetrokken en er werd contractueel 5 miljoen euro afgelost.

Bij de controle van de jaarrekening 2015 is vastgesteld dat de lening van een openbare lichaam abusievelijk als 'onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren' is verantwoord. Daarom is de beginbalans voor beide posten aangepast. Het gaat hier om een in november 2013 opgenomen 10-jarige lening van 20 miljoen euro.

Specificatie derivatenportefeuille.

In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste kenmerken van de gemeentelijke derivatenportefeuille in beeld gebracht.

Specificatie derivatenportefeuille

Hoofdsommen

1

BNG

AAA/Aaa

Payer Swap

2010

2060

50

3,560

130

130

2

BNG

AAA/Aaa

Payer Swap

2010

2016

6

2,780

50

50

3

Rabobank

A+/Aa2

Payer Swap

2010

2020

10

3,485

50

50

4

Rabobank

A+/Aa2

Payer Swap

2010

2019

9

3,479

50

50

5

Rabobank

A+/Aa2

Payer Swap

2011

2021

10

3,668

40

40

6

Rabobank

A+/Aa2

Payer Swap

2012

2042

30

3,814

40

40

7

Rabobank

A+/Aa2

Payer Swap

2013

2038

25

3,926

80

76

8

Rabobank

A+/Aa2

Payer Swap

2014

2039

25

4,064

75

72

Totaal

515

508

Bedragen zijn in miljoenen euro’s.

Derivaten krijgen gedurende hun looptijd een marktwaarde. Deze waarde is afhankelijk van de contractrente ten opzichte van de marktrente en de restant-looptijd. Bovendien kunnen bij derivaten bijzondere contractsbepalingen aan de orde zijn. Beide aspecten zijn onderstaande tabel weergegeven.

Specificatie marktwaarden en bijzondere bepalingen

Nr.

Tegen-partij

Marktwaarde per 31-12-2015

Bijstort- verplichting
(1)

Break clause (2)

1

BNG

-78,3

Neen

Neen

2

BNG

-1,4

Neen

Neen

3

Rabobank

-8,2

Neen

Neen

4

Rabobank

-6,8

Neen

Neen

5

Rabobank

-7,4

Neen

Neen

6

Rabobank

-21,3

Neen

Ja, mutual per 7 juli 2023

7

Rabobank

-29,4

Neen

Ja, mutual per 7 juli 2024

8

Rabobank

-24,2

Neen

Ja, mutual per 7 juli 2025

Totaal

-177,0

Bedragen zijn in miljoenen euro’s.

(1) Een eventuele bijstortverplichting zou het karakter hebben van het tijdelijk storten van een depot. Een derivaat heeft aan het begin en aan het eind een waarde van nul. Een eventueel gestort bedrag wordt dus altijd terug ontvangen.
(2) Een break clause is een recht om op een vooraf vastgesteld moment het swapcontract tegen marktwaarde af te rekenen. Mutual wil zeggen dat zowel gemeente als bank daarop te zijner tijd een beroep mogen doen.

De feitelijke indekking van de swaps vindt plaats door middel van 3- en 6-maands leningen. Conform wettelijke voorschriften hebben alle swaps een zogenoemde effectieve positie. Er zou sprake zijn van een niet-effectieve positie indien:

  • een derivaat afgesloten wordt vóór het afsluiten van de lening;
  • de waarde en looptijd van het derivaat niet overeenkomen met de hoogte van het bedrag en de looptijd van de lening.

Voor derden belegde gelden
De beleggingen voor derden betreft met name het Personeelsfonds ter hoogte van 0,8 miljoen euro.

Waarborgsommen
De waarborgsommen per 31 december 2015 betreffen:

Omschrijving

boekwaarde
31-12-2014

boekwaarde
31-12-2015

Intentieovereenkomsten in Leidsche Rijn

3.525

4.241

Zekerstelling bij uitgifte van gronden

1.840

2.116

Overige waarborgen

505

586

Totaal

5.870

6.943

Bedragen zijn in duizenden euro's.